waarneming

Sleidinge-Dorp 33-41

archeologisch element
ID
984507
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984507

Beschrijving

Er werden geen sporen, structuren of archeologische ensembles aangetroffen aan het oppervlak van het onderzoeksterrein. 

Tijdens het veldonderzoek werden zes proefsleuven aangelegd. Hierin werden zes antropogene sporen aangesneden in het vlak.

In het noordwestelijke en noordoostelijke deel van het terrein werd een relatief onverstoorde bodem vastgesteld. Hier werden enkele sporen opgetekend die bij de aanleg van het vlak geïnterpreteerd werden als greppels, kuilen en paalsporen.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden slechts weinig archeologische sporen en/of vondsten aangetroffen die het terrein kunnen dateren. Enkel in werkput 1 en werkput 4 werden een aantal archeologisch relevante sporen aangesneden. Eén enkele scherf aardewerk uit een waterkuil geeft een indicatie dat er mogelijk activiteiten op het terrein hebben plaatsgevonden vanaf de late middeleeuwen. Eén van de redenen voor de afwezigheid van relevant archeologische sporen heeft te maken met het feit dat grote delen van het terrein volledig verstoord zijn. De bodem is op veel plaatsen tot op grote diepte vergraven. Het sporenvlak is op deze locaties niet meer leesbaar.


Auteurs: De Witte, Ann-Sophie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba

Aardewerk

Datering: 16de eeuw, 17de eeuw
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In werkput 4 werd bij de aanleg van het vlak een wandfragment aangetroffen in de buurt van waterkuil S4001 (vnr. 1). Het fragment werd gekenmerkt door een groene kleur aan de buitenzijde en loodglazuur aan de binnenzijde. De scherf werd gedateerd in de postmiddeleeuwse periode (16de17de eeuw).

Greppels

Datering: late middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd
Typologie: greppels
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In werkput 1 en werkput 4 werden een aantal greppelfragmenten aangesneden. Aangezien geen dateerbaar vondstmateriaal in relatie met deze greppels werd aangetroffen, is het onmogelijk om een datering voor deze sporen te geven. Op basis van de vulling en de vrij scherpe aflijning in het vlak en de coupe, is een (sub)recente datering niet uit te sluiten. De aflijning van de sporen was wel iets diffuser dan de scherpe aflijning van greppel S1002, wat doet vermoeden dat de greppels in werkput 4 ouder zijn. Ook het feit dat greppel S4002 aansluit op de waterkuil (S4001) doet vermoeden dat deze sporen met elkaar zijn gelinkt en dat een oudere datering, vanaf de late middeleeuwen niet valt uit te sluiten. Wat betreft de functie van de greppels kan er ook geen duidelijkheid worden gegeven. Het betreft vermoedelijk perceelsgreppels of afwateringsgreppels. Maar op basis van historisch kaartmateriaal kan hierover echter geen zekerheid gegeven worden.

Recente (paal)kuilen

Datering: nieuwste tijd
Typologie: bouwmaterialen, kuilen, paalkuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In werkput 1 werd een paalkuil (S1001) en een kuil (S1003) aangesneden. De soporen bevatten mangaaninclusies, ijzerconcreties en baksteenspikkels. Er werden bij de aanleg van het vlak geen vondsten gedaan die deze sporen kunnen dateren. Op basis van de vulling en de zeer scherpe aflijning gaat het vermoedelijk om vrij recente sporen.

Waterkuil

Datering: 13de eeuw, late middeleeuwen, nieuwste tijd
Typologie: waterkuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Bovenaan het spoor bevond zich een dik homogeen donkergrijs zandig pakket met bakstenen, houtskool, bouwkeramiek en wortels. Deze maakt onderdeel uit van de bouwvoor en kan beschouwd worden als de nazak van de bouwvoor in het spoor. Onder dit pakket bevond zich een zandig heterogeen lichtgrijze laag met donkergrijze bandjes. Dit gelaagde pakket bestond uit humeuze brokken met ijzerconcreties en kleine aardewerkbrokjes.
Hieronder was een homogene humeuze laag gelegen met een zandigeleem textuur. Ook deze donkergrijze laag bevatte humeuze brokken van plantenresten. Onderaan bestond het spoor uit een zeer humeus pakket dat bijna uitsluitend uit gecompacteerde plantenresten en takjes bestond. De onderkant van de waterkuil bevond zich op een diepte van ca. 2,80 m onder het maaiveld.
Uit de onderste humeuze plantenlaag werd een macrobotanisch monster (M1) ingezameld tijdens het veldwerk met het oog op eventuele verdere waardering en analyse. Tijdens het couperen werd uit deze laag eveneens een fragment aardewerk ingezameld. Determinatie heeft uitgewezen dat het hoogversierd aardewerk betreft dat vermoedelijk gedateerd kan worden in de 13de eeuw. Dat de waterkuil ook in deze periode dateert, kan echter op basis van deze ene scherf niet met zekerheid worden bepaald. Een datering vanaf de late middeleeuwen behoort voor dit spoor wel tot de mogelijkheden.
Verder werd nog een fragment van een dakpan aangetroffen (vnr. 3). Dit fragment is moeilijker te plaatsen in de tijd, maar op basis van de diagnostische kenmerken lijkt het eerder om een recent/industrieel stuk te gaan. Het stuk is afkomstig uit de bovenste laag (laag 1) van S4001.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sleidinge-Dorp 33-41 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984507 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.