is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12599
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het landschappelijk bodemonderzoek werd een 0,28-0,57m dikke Ap-horizont vastgesteld die getuigt van de (sub)recente menselijke impact op het terrein (gebruik als akkerland). Daaronder werd ofwel meteen het moedermateriaal aangetroffen, ofwel een B-horizont die vermoedelijk werd afgetopt bij de recente (landbouw) ingrepen. De kans op het aantreffen van in situ bewaarde steentijdsites wordt als laag tot matig ingeschat.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 11 sporen aangesneden. Ze werden allen als antropogeen in oorsprong gedetermineerd. De antropogene sporen omvatten 1 kuil, 1 paalspoor, 1 set ploegsporen, 2 grachten/greppels en 6 onderdelen van grotere kuilen. Globaal gesproken zijn er op basis van de kleur, de aflijning, uitlogings- en bioturbatiegraad van de sporenvulling geen oude sporen aanwezig en betreft het hoogstwaarschijnlijk enkel (sub-) recente sporen, hoewel de datering niet verder gepreciseerd kan worden in de meeste gevallen. Er werden geen complexe sporen of spoorcombinaties aangetroffen.
Interessanter is het voorkomen op het projectgebied van hele grote antropogene kuilen. Deze kunnen gelinkt worden aan bombardementen uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat in totaal om vier vrij grote, ronde bomkraters en één kleiner exemplaar die verspreid liggen over het projectgebied, vooral in de oostelijke helft.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden geen vondsten aangetroffen.
Auteurs: Hoorne, Johan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: De Logi & Hoorne bvba