waarneming

Nokerseweg

archeologisch element
ID
984537
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984537

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 10018
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

De resultaten van het landschappelijk booronderzoek hebben aangetoond dat het plangebied grotendeels opgebouwd is uit matig bewaarde zandige podzols die sterk beïnvloed zijn door ploegbewerking en/of bioturbatie. Enkel ter hoogte van het zuidoostelijke gebied (boorpunt 5) wordt een zandig AC-profiel zonder profielontwikkeling gezien. De afwezigheid van uitlogingshorizonten, verbrokkelde verploeging en bioturbatie van de B-horizonten duiden op een zekere diepe antropogene bewerking van het terrein waarbij tenminste oppervlakkige sporen en vondsten (zoals steentijdvondsten) zijn verdwenen of uit context zijn gebracht. De kans om ruimtelijk intacte in situ vindplaatsen uit de steentijdperiode, die bestaan uit een strooiing van onder meer vuursteen, verbrande hazelnootfragmenten, verbrand bot, en dergelijke terug te vinden in het plangebied is dus klein. Er worden dus geen steentijdgevoelige zones in het plangebied verwacht.

Bij het proefsleuvenonderzoek kwamen slechts weinig antropogene sporen aan het licht. Het betreft enkele greppels en een gracht die vermoedelijk in verband gebracht kunnen worden met het gebruik van de site als akker. De gracht kon door middel van enkele aardewerkfragmenten gedateerd worden in de postmiddeleeuwse periode. Deze datering doet vermoeden dat het mogelijk om de perceelsgrens gaat die afgebeeld werd op de Atlas der Buurtwegen uit ca. 1840. Onderzoek van de greppels leverde geen archeologische vondsten op en laat het dus niet toe om deze sporen te dateren. In de nabijheid van deze greppels werden geen andere antropogene sporen aangetroffen. De verschillende antropogene sporen kunnen ook niet met elkaar in verband gebracht worden.
Het terrein vertoonde meerdere sporen van zowel natuurlijke als antropogene verstoringen. Het betreft vooral natuurlijke verstoringen die mogelijk te verklaren zijn door het gebruik van het terrein als fruitboomgaard in de tweede helft van de 20ste eeuw. Op het meest oostelijke deel van het plangebied werden grote verstoringen aangetroffen die er mogelijk op kunnen duiden dat delen van het terrein ooit werden afgegraven om naburige terreinen op te hogen. Deze hypothese wordt kracht bijgezet doordat de opdrachtgever zelf ook vermeldde dat deze lager gelegen delen van het terrein ook meermaals per jaar zeer vochtig staan.

Er kon tijdens het vooronderzoek geen occupatie van het terrein aangetoond worden.


Auteurs: De Lust, Arne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba

Grondsporen

Datering: nieuwste tijd
Typologie: boomgaarden, greppels, perceelsgreppels, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nokerseweg [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984537 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.