Het proefsleuvenonderzoek leverde slechts twee archeologisch relevante grondsporen op behorende tot de zelfde structuur, namelijk één loopgraaf die
op basis van historische luchtfoto’s en de loopgravenkaarten uit de Eerste Wereldoorlog stamt. Bijkomend werden ook nog zes granaattrechters aangesneden. Gelet op de zeer slechte bewaring van de loopgraafstructuur (<10 cm t.h.v. de kruipkelder en ca. 30 cm buiten de contouren van de kruipkelder) en het ontbreken van archeologisch relevante vondsten uit eender welke (pre-)historische periode, kan gesteld worden dat het potentieel op kennisvermeerdering door verder archeologisch onderzoek binnen de contouren van het plangebied van fase 1 van de toekomstige ontwikkeling eerder laag tot onbestaande is.