is deel van de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9028
Deze aanduiding is geldig sinds
Aan de hand van de landschappelijke boringen werd over het hele plangebied een 0,32-0,57m dikke Ap-horizont vastgesteld die getuigt van de (sub)recente menselijke impact op het terrein. Daaronder bleef nog een beperkte B-horizont bewaard in alle boringen, hoewel de bewaringstoestand ervan slechts matig te noemen is. Hierdoor wordt de kans op het aantreffen van in situ bewaarde steentijdsites slechts als laag ingeschat.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden enkele relevante archeologische sporen aangetroffen, uitsluitend behorende tot twee vierpalige structuren in de centrale zuidelijke zone van het plangebied. De structuren werden tijdens het vooronderzoek volledig gecoupeerd en geregistreerd. Vermoedelijk gaat het om geïsoleerde structuren die zich buiten het erf of de bewoningskern bevonden of behoort de spieker toe aan een erf waarvan de overige sporen zich niet binnen het plangebied bevinden. Door het beperkte vondstmateriaal in één spoor kan een datering van de late ijzertijd worden vooropgesteld voor spieker 1. Voor spieker 2 ontbreekt vondstenmateriaal volledig, waardoor enkel een ruime datering van de metaaltijden tot en met de Romeinse periode of zelfs de middeleeuwen kan worden voorgesteld.
Daarnaast werden ook een beperkt aantal kuilen en greppel- en grachtsegmenten vastgesteld uit de nieuwe en/of nieuwste tijden. Deze sporen hebben een duidelijke, scherpe aflijning met weinig tekenen van bioturbatie.
Auteurs: Hoorne, Johan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: De Logi & Hoorne bvba