In eerste instantie werden landschappelijke boringen uitgevoerd op het terrein. Deze boringen tonen aan dat binnen het plangebied droge zandbodems met Ap-C profielen voorkomen. Er werden aldus geen indicaties voor een mogelijke bewaring van steentijd artefactensites aangeboord.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek bleek in het centrale deel van het plangebied, van noord naar zuid een plaatselijke podzolbodem aanwezig te zijn, over een oppervlakte van maximaal ca. 1000m². Door het plaatselijke en deels geaccidenteerde karakter werd deze niet aangeboord tijdens het
landschappelijk booronderzoek. In deze zone werden bij het verdiepen en tijdens de aanleg van het vlak twee silexartefacten aangetroffen die als puntvondst ingemeten werden. Om na te gaan of er een steentijdsite aanwezig was binnen deze zone werd een waarderend booronderzoek uitgevoerd. Een verkennend booronderzoek zou immers een te ruim grid hebben, gezien de begrenzing van de podzolzone reeds vastgesteld werd bij het proefsleuvenonderzoek. Hierbij werden geen silexartefacten en/of ander vondstmateriaal dat kan wijzen op de aanwezigheid van een steentijdsite (vb. verkoolde ecofacten) aangetroffen. De artefacten kunnen hierdoor beschouwd worden als 2 losse fragmenten. Een in situ steentijdartefacten site is niet aanwezig.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 19 archeologische sporen aangetroffen. In het westen van het terrein werden 4 greppelsegmenten van eenzelfde greppel en enkele ondiepe paalsporen aangetroffen. Op basis van het vondstmateriaal kan de greppel ruim in de metaaltijden gedateerd worden. Vermoedelijk kennen de paalsporen eenzelfde datering. In de zuidoostelijke hoek was een kringgreppel met paalsporen langs de buitenzijde aanwezig. Deze kan gedateerd worden vanaf de bronstijd tot de late ijzertijd en maakt waarschijnlijk deel uit van een grotere funeraire site die zich meer naar het zuiden bevindt.
Gezien de ondiepe bewaring en de verspreiding van de sporen dient in het westelijk deel geen verder onderzoek uitgevoerd te worden, hier kan eerder gesproken worden van off-site fenomenen. De zone rondom de kringgreppel en de kringgreppel zelf dient echter wel verder onderzocht te worden.
Auteurs: Acke, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba