Tijdens dit onderzoek kon geen waardevolle archeologische vindplaats worden aangetroffen. De sporen binnen het plangebied omvatten een mogelijke geïsoleerde paalkuil, enkele verspreide kuilen en verschillende (perceels)greppels. De meeste sporen zijn vanaf de late middeleeuwen, maar eerder in de nieuwe en nieuwste tijd te dateren. Het sporenbestand wijst eerder op landbouwactiviteiten of het gebruik van het terrein. Het dikke plaggendek dat werd aangetroffen kan dat bevestigen. Er zijn geen bewoningssporen of daarmee gerelateerde vondsten geregistreerd. Daarnaast zijn binnen het terrein heel wat recente verstoringen in relatie tot de bouw of afbraak van de gebouwen of recent landgebruik opgemerkt. Er zijn geen sporen van oudere bewoning noch voorgangers van de bestaande boerderij aangetroffen.
Er kan geconcludeerd worden dat de kans op het aantreffen van archeologische sporen en/of structuren uit gelijk welke (pre-)historische periode zeer klein is en dat het potentieel op kenniswinst door verder onderzoek binnen het plangebied laag tot onbestaande is.