Naar aanleiding van de geplande sloop van een deel van de bestaande bebouwing en de uitbreiding van het bestaande industriegebouw alsook de aanleg van een nieuwe parking, werd er een landschappelijk bodemonderzoek en een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.
Tijdens het landschappelijke bodemonderzoek werd over het gehele terrein een AC-bodemprofiel aangetroffen in de boringen. De verwachte Bt-horizont
werd in geen van de boringen vastgesteld. Gelet op de afwezigheid van deze Bt-horizont werd de verwachting voor het aantreffen van in situ bewaarde steentijd artefactensites bijgesteld naar een eerder lage verwachting.
Het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek leverde slechts drie archeologisch relevante sporen op, bestaande uit twee greppels en één geïsoleerde paalkuil. Een datering van deze sporen kan momenteel niet bekomen worden, gelet op het feit dat geen van sporen een vulling bezat waarin vondstmateriaal aanwezig was. Op basis van het vondstmateriaal dat ofwel afkomstig is uit de onderkant van de ploeglaag/Ap-horizont ofwel uit de vulling van een recente greppel, kan met enige voorzichtigheid weliswaar, een vroegste datering voor menselijke activiteiten binnen en/of rondom het plangebied bekomen worden vanaf de late-middeleeuwen.