is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15537
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het landschappelijk bodemonderzoek werd vastgesteld dat in de noordelijke zone de bodembewaring niet geschikt is om in situ steentijdartefactensites te verwachten. Een voldoende bewaarde podzolbodem of veen is niet aanwezig. De zuidelijke zone is afgedekt met een teelaarde pakket van minstens 130 cm en vormt hierdoor een ruim voldoende buffer voor de diepte van de geplande werken (grondverbetering en opslag van ca. 30 cm diep). Hierdoor is er geen impact van de werken op het potentieel archeologisch vlak.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek kon met zekerheid worden aangetoond dat er binnen de contouren van het projectgebied geen relevante archeologische waarden aanwezig zijn. De aangetroffen sporen, een greppel en bij behorende paaltjes, maken deel uit van een perceelgrens uit de 2de helft van de 19de eeuw – vroege 20ste eeuw.
De aangetroffen vondsten zijn te dateren tussen de 18de en 21ste eeuw. In de greppel werd één kleine scherfje aangetroffen. De metaaldetectievondsten zijn beperkt tot de teelaarde en, afhankelijk van de herkomst van de teelaarde, wijzen op het gebruik van het terrein door de mens vanaf de 18de eeuw. Het gaat het om munten, geëxpandeerde kogelpunten die gebruikt worden in de jacht, beslag en een gesp. De losse vondsten die werden aangetroffen hebben een zelfde datering.
Auteurs: Yperman, Wouter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie