Het proefsleuvenonderzoek leverde ca. 133 sporen op waaronder 104 paalkuilen, 18 kuilen, 5 greppels, 5 grachten en 1 waterput. de sporen dateren vermoedelijk uit de metaaltijden en de middeleeuwen; De datering gebeurde op basis van de vulling en op basis van enkele vondsten. Deze bleven beperkt tot 3 aardewerkscherven, 4 fragmenten bouwceramiek/ verbrande leem en 1 fragment ijzer. Het aardewerk bestaat uit een scherf protosteengoed (late middeleeuwen), een randfragment geglazuurd, wielgedraaid, oxiderend gebakken aardewerk (late middeleeuwen) en een randfragment in handgevormd aardewerk (vroege middeleeuwen).
Auteurs: Arts, Annick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)