is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12854
Deze aanduiding is geldig sinds
omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 16714
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het landschappelijk bodemonderzoek werd een beperkte variatie in de bodemopbouw vastgesteld. Over het hele terrein werd de aanwezigheid van een Bt-horizont vastgesteld. Dit betekent dat het bodemarchief binnen het onderzoeksgebied goed bewaard gebleven is. Daarom kent het terrein potentieel op de aanwezigheid van goed bewaarde steentijd artefactensites en op de aanwezigheid van sporen. Het relevante archeologische niveau voor het aantreffen van sporen bevindt zich aan de bovenzijde van de Bt-horizont.
Er werden echter geen silexfragmenten of andere indicatoren van een steentijd artefactensite aangetroffen tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek. De kans dat een steentijd artefactensite aanwezig is op het terrein is daardoor zeer klein.
Het proefsleuvenonderzoek geeft aan dat op het terrein enkel archeologische sporen aanwezig zijn uit de nieuwe tot de nieuwste tijd. Het gaat om sporen die te relateren zijn aan drainagebuizen die aangelegd zijn op het terrein. De enige relevante archeologische vondsten tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn een wandfragment grijs en een randfragment rood geglazuurd aardewerk. De vondsten zijn niet te relateren aan een spoor en werden bij de aanleg van het vlak gevonden, net onder de ploeglaag. Waarschijnlijk zijn de vondsten door bewerking van het land of door bioturbatie daar terecht gekomen. Binnen het onderzoeksgebied is er dus geen aanleiding om te spreken van een waardevolle archeologische vindplaats.
Auteurs: Bruggeman, Jordi
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: All-Archeo bv