Binnen het plangebied werd naar aanleiding van een omgevingsvergunning voor een nieuwbouwcomplex een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Het plangebied werd in twee fases onderzocht. Dit zijn de resultaten van fase I.

Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw werd eerst een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd. Het terrein werd onderzocht door middel van 10 landschappelijke boringen en twee landschappelijke profielputten. Op basis van de resultaten van het landschappelijk bodemonderzoek, bleek dat er op bepaalde plaatsen nog een Bs-horizont aanwezig was. Het onderzoek naar de aanwezigheid van steentijd artefactensites werd daarom verder gezet. Binnen het onderzoeksterrein werden 21 verkennende boringen gezet waarvan de boorstalen nat werden gezeefd op een 1 mm zeef. Dit leverde evenwel geen enkel steentijdartefact op.

Vervolgens werd overgegaan tot de uitvoering van een proefsleuvenonderzoek. Tijdens het onderzoek werden drie sporen aangetroffen. Het gaat om een ondiep bewaarde greppel en twee natuurlijke sporen. Daarnaast werden ook verschillende verstoringen aangetroffen en geregistreerd. Er werden geen relevante vondsten gedaan binnen het plangebied.