is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12862
Deze aanduiding is geldig sinds
Uit het landschappelijk booronderzoek is gebleken dat er twee bodemtypes voorkomen. Het gaat om A/C-profielen of een variant hierop, Ap/C-profielen. Bij deze laatste is de A-horizont opgenomen in de ploeglaag. De gevormde bodem was op veel plaatsen grotendeels ongeroerd en afgedekt met natuurlijk of antropogeen sediment. Bijgevolg is het bodemarchief goed bewaard en grotendeels intact. Het gevoerde landschappelijk bodemonderzoek toont aan dat het steentijdpotentieel bedreigd wordt in drie sectoren. De vondst van een silex artefact bij LB16 is een sterke indicatie van een mogelijk aanwezig steentijdsite en van migratie van artefacten in de diepte.
Met betrekking tot steentijdartefactenclusters heeft het verkennend archeologisch booronderzoek geen enkele archeologische of paleo-ecologische indicator opgeleverd. Hierdoor is het te verwachten dat er bij de geplande werkzaamheden geen waardevolle behoudenswaardige steentijdartefactenclusters vernietigd zullen worden.
Het proefsleuvenonderzoek leverde 157 sporen op. De oudste sporen betreffen enkele 19de-eeuwse perceelsgreppels. De overige sporen zijn in de 20ste eeuw te dateren en te liëren aan de demping van de oude Scheldegeul en daarop volgende lokale ophoging van het terrein en lokale landbouwontginning, waarvoor een intens netwerk van drainagegreppels werd aangelegd. Er zijn geen waardevolle, behoudenswaardige of verder te onderzoeken archeologische sites aanwezig, die bedreigd worden in het kader van de geplande werkzaamheden. Het aangetroffen vondstmateriaal was fragmentair en doorgaans zeer recent. Het gaat om recent bouwpuin, baksteenfragmenten, plastic en glas.
Auteurs: Rozek, Joachim
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: GHENT ARCHAEOLOGICAL TEAM bvba