Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem werden verscheidene sporen aangetroffen die terug te brengen zijn tot een aantal greppels en (paal-)kuilen. Al deze sporen situeren zich binnen onderzoekszone 2. Binnen onderzoekszone 1 werden geen archeologisch relevante sporen of vondsten aangetroffen.
Binnen onderzoekszone 2 werden echter wel verscheidene archeologisch relevante sporen aangetroffen. In totaal werden verspreid binnen deze zone 41 spoornummers uitgedeeld. Een deel van de aangetroffen sporen betreffen verscheidene greppels. Het merendeel van de aangetroffen greppels kennen een west – oost oriëntatie. Binnen het zuidelijke deel van onderzoekszone 2 kennen de greppels eerder een noordwest – zuidoost oriëntatie. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal kunnen de greppels eerder in de late middeleeuwen – Nieuwe Tijd worden gedateerd.
Verder werden verspreid over het terrein verscheidene (paal-)kuilen aangetroffen. De omvang van deze paalkuilen varieert. Bij het couperen van enkele van deze kuilen kon achterhaald worden dat deze sporen een vrij goede bewaring kennen (ca. 15 – 35 cm onder het archeologisch vlak). Slechts in één paalkuil werd een scherf in grijs aardewerk aangetroffen. Op basis van het aangetroffen aardewerk en de gelijke vulling als die van de eerder beschreven greppels, worden ook deze sporen (voorzichtig) in de late middeleeuwen – Nieuwe Tijd gedateerd.
Verder werden eveneens enkele fragmenten van Romeinse dakpannen aangetroffen. Vermoedelijk gaat het hier om residueel materiaal.
Auteurs: Van Eyck, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Indar