Op het terrein werden zeven sleuven aangelegd waarvan één een proefput. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd slechts een beperkte hoeveelheid archeologische sporen aangetroffen. Het gaat hierbij om een tweetal kuilen, een gracht- en twee greppelsegmenten en een enkel natuurlijk spoor. De greppels en gracht kunnen vermoedelijk geïnterpreteerd worden als afwateringsgreppels en een perceelsgracht. Deze zijn het gevolg van het indelen van het landschap in diverse percelen en het controleren van de waterhuishouding in de omgeving. De perceelsgrachten konden gelinkt worden aan de perceelsgrenzen van historische kaarten uit de 18de en 19de eeuw. Mogelijk gaan deze ook verder terug in de tijd. Aangezien er geen vondstmateriaal werd aangetroffen is een datering niet voorhanden.
Binnen het plangebied konden geen sporen worden aangetroffen die een directe indicatie vormen voor de aanwezigheid van een archeologisch relevante site. De verstoring binnen het terrein is gerelateerd aan de aanleg van drainage en steenpuinstorting. Vermoedelijk werd het projectgebied in cultuur gebracht als weiland/akkerland vanaf de Nieuwe/Nieuwste Tijd.
Auteurs: Leemans, Siel; Decrock, Lobke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: MONUMENT - VANDEKERCKHOVE