Binnen het onderzoeksgebied werden verschillende archeologisch relevante sporen aangetroffen. Het archeologisch niveau bevindt zich tussen 45 en 65 cm onder het maaiveld en is doorgaans afgedekt door een dik plaggendek. De aangetroffen archeologische sporen betreffen paalkuilen, een greppel, een grote kuil en een waterput. Deze werden in een drietal clusters centraal en in het westen van het onderzoeksterrein aangetroffen. Enkele verstoringen en natuurlijke sporen werden verspreid over het plangebied aangetroffen, maar hadden slechts een lokale impact op het bodemarchief. De sporen kennen een goede bewaring.
Een voorlopige datering van de waterput wijst naar de midden-Romeinse periode (2de helft 1ste eeuw tot 3de eeuw). De overige sporen, met name de paalkuilen, lijken vermoedelijk in de ijzertijd gesitueerd te kunnen worden. Hierin werden voorlopig geen dateerbaar materiaal of structuur herkend, maar op basis van de beperkte omvang van de paalkuilen en hun vulling worden ze in deze periode geplaatst.
Auteurs: Hermans, Matthias
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba