De vlakdekkende archeologische opgraving ter hoogte van de Koksijdestraat in Veurne bracht een erg waardevolle vindplaats aan het licht.

Het studiegebied ligt in de kustpolders. De archeologische sporen manifesteerden zich op een diepte van ongeveer 1 meter onder het maaiveld.

De oudste fase bestaat uit een groot pakket uit de ijzertijd. Een combinatie van de studie van het vondstmateriaal en 14C-datering wijst op een datering omstreeks de 5 de eeuw voor Chr. Dit pakket werd door de mens aangevoerd en zorgde voor een iets hoger gelegen platform (terp) in een schorrenlandschap. Daardoor was een veiligere menselijke aanwezigheid op het terrein mogelijk.

In het ophogingspakket is een vrij grote hoeveelheid vondstmateriaal aangetroffen. Het gaat om handgevormd gebruiksaardewerk en briquetagemateriaal. Dat laatste kan in verband worden gebracht met zoutproductie die eerder al in de omgeving van het plangebied werd aangetoond. Ook zijn meerdere paalkuilen herkend die in deze laag werden uitgegraven, maar deze vertonen geen duidelijke ruimtelijke samenhang.

Een tweede fase situeert zich in de Vroeg-Romeinse periode (eerste eeuw voor tot begin eerste eeuw na Chr.). De sporen uit deze periode bestaan uit een groot pakket dat ten zuiden van het ijzertijdpakket is aangetroffen. Er wordt verondersteld dat dit oorspronkelijk bovenop het ijzertijdplatform was aangelegd en zich verder richting het zuiden uitstrekte, maar dat de top later werd weggeërodeerd door getijdenwerking. Hierdoor is de verticale stratigrafie niet bewaard en lijken de pakketten enkel naast elkaar te liggen. Aanwijzingen voor de jongere datering van het pakket werden gevonden in de samenstelling van het vondstmateriaal.