Toevalsvondst van twee geïsoleerde menselijke dijbeenderen (twee individuen), op 25m van elkaar gevonden bij infrastructuurwerken aan de Oudenburgsesteenweg. De vondst werd gedaan bij het afgraven van de bovenste laag onder het oude wegdek en de wegberm tegen het kanaal Gent - Oostende. Op het terrein werden op het eerste zicht geen andere opvallende vondsten gedaan.

De vindplaats situeert zich net ten westen van de buitenste omgrachting van het fort van Plassendale (begin 17de eeuw). De botten zijn ofwel afkomstig uit opgevoerde grond van de kanaalberm ofwel van onder het wegdek van een wegtracé dat minstens teruggaat tot begin 19de eeuw.