Uit de registratie van de kelders blijkt dat deze eerder van recente aard zijn op basis van het gebruikte bouwmateriaal. Ook het gebouwenbestand vertoont geen oudere componenten dan deze zichtbaar aan de binnen en buitenzijde.
Uit de sloopbegeleiding blijkt dat er tot dusver geen sporen werden aangetroffen van de voormalig aanwezige bebouwing. Een profiel in het noorden van het onderzoeksgebied wees echter op het feit dat het onderzoeksgebied zich diep heeft ingesneden in de Kouterberg en mogelijke archeologisch sporen hierdoor reeds diep verstoord zijn. In het westelijke deel van het profiel was immers al de moederbodem aanwezig onder het huidige maaiveld. In het oostelijke deel van het profiel waren wel nog archeologische sporen ter hoogte van het maaiveld aanwezig waardoor het potentieel op archeologische sporen nog steeds hoog is in het oostelijke deel van het onderzoeksgebied.
Uit het proefputtenonderzoek blijkt dat het archeologisch potentieel eerder laag is. In vier werkputten werden er immers geen archeologische sporen aangetroffen. De sporen die in de overige drie proefputten werden aangetroffen, werden voornamelijk geïnterpreteerd als ophogingslagen die deels gerelateerd kunnen worden aan de aanleg van de bebouwing in de 19de eeuw. De aangetroffen vondsten in het merendeel van de ophogingslagen wijzen alleszins op dateringen vanaf de 18de en 19de eeuw. Bij de aanleg zou het westelijke deel afgegraven en ingesneden zijn in de Kouterberg waardoor de tertiaire moederbodem zich dicht bij het huidige maaiveld bevond. Het oostelijke deel zou vermoedelijk opgehoogd zijn, gezien de scherpe daling van de Kouterberg en dus ook de moederbodem richting het oosten. Enige vorm van bodemontwikkeling is afwezig. In het noorden van het onderzoeksgebied werd er een restant van een ijzerzandsteenfundering aangetroffen. Gezien zijn datering in de Nieuwste Tijd, zijn afwezigheid op de historische kaarten en zijn onregelmatige aard, wordt er vanuit gegaan dat het eerder gaat om een verstevigingsmuur van de voormalige helling. Zulke muur is nu nog steeds aanwezig langs de Diestsestraat, zij het 5 m ten oosten van de fundering. Enkel Spoor 8, dat als ophogingslaag werd geïnterpreteerd lijkt een datering uit de Nieuwe Tijd te bevatten. Verder is de oppervlakte ten noorden van de aanwezige kelder te beperkt om te onderzoeken. Het niet aantreffen van oudere vondsten en sporen en het aantreffen van recente sporen met weinig archeologische relevantie, leiden niet tot bijkomstige kennis- en/of datawinst voor de omgeving van Aarschot.
Auteurs: Lees, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Terra Engineering & Consultancy (TEC)
Is deel van
Historische stadskern van Aarschot
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Diestsestraat 27-31 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/988108 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.