Binnen het projectgebied werden archeologische sporen aangetroffen in de vorm van greppels/grachten, paalkuilen en kuilen. De sporen werden over het volledige terrein geattesteerd. Echter dient vermeld te worden dat de resten van relevante gebouwen zich lijken te situeren in het zuidelijke deel van het terrein. Ook de vermoedelijk laatmiddeleeuwse sporen situeerden zich voornamelijk in de zuidelijke helft van het terrein.
De paalkuilen lijken alle te dateren vanaf de nieuwe tijd. De kuilen zijn te dateren in de periode vanaf de late middeleeuwen en de nieuwe tijden. De greppel en de gracht dateren uit de periode late middeleeuwen – nieuwe tijd. Hierbij is de gracht in gebruik geweest tot in de 19de eeuw.
Binnen het projectgebied werden verschillende muurresten aangetroffen. Een deel van deze muren kon op basis van de gebruikte bouwmaterialen en fotografische bronnen worden gekoppeld aan gesloopte vleugels van het 19de-eeuwse klooster- en scholencomplex. Een ander deel van de muurresten dient te worden gedateerd in de periode nieuwe tijd – 19de eeuw. De muren zijn opgebouwd met oudere bouwmaterialen, vertonen een licht afwijkende oriëntatie en/of worden doorsneden door opstaande muren of muren die tot het 19de-eeuwse klooster behoren.
Er werden naast de resten van een drietand-riek in ijzer, enkel resten aangetroffen van fragmenten aardewerk. De scherven kunnen worden gedateerd in de periode vanaf de late middeleeuwen tot de 19de eeuw. Het grootste deel van de vondsten kan worden gedateerd in de nieuwe tijd en/of de 19de eeuw.