Dit vooronderzoek wees voornamelijk op de aanwezigheid van afwatering- of perceelindelingssystemen uit de nieuwe en nieuwste tijd en verstoringen uit de recente periode. Slechts één gracht werd als Romeins gedateerd op basis van aardewerk. In het uiterste oosten van het projectgebied bevond zich een mogelijke oude erosiegeul die werd ingevuld met colluvium waarin een variatie aan sterk verweerd en afgerond Romeinse vondstmateriaal werd vastgesteld. Vermoedelijk vond Romeinse bewoning plaats ten noordoosten van het plangebied, op de hogere rug in het landschap, die wel al volledig ontwikkeld is. Binnen het plangebied ontbreken echter andere relevante sporen uit de Romeinse tijd of andere periodes. Een eventueel vervolgonderzoek lijkt geen verdere relevante archeologische kenniswinst te kunnen opleveren en het potentieel op verdere kenniswinst is bijgevolg laag.