Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden een aantal sporen aangetroffen. De meest merkwaardige vondst is de fundering van een structuur uit WO II. Dit gebouw of deze barak was reeds gekend via de historisch-cartografische studie aan de hand van luchtfoto’s uit WO II en gedetailleerd besproken in de bekrachtigde archeologienota. De aangetroffen restanten van deze structuur zijn funderingen van de bakstenen buitenmuur, centrale betonnen funderingen en de betonnen toegangsweg langs de zuidkant van dit gebouw. Deze structuur lag in een zone die sterk was verstoord door meer recente bodemingrepen. Deze omvat eveneens een ophoging van het loopoppervlak. Ten zuidwesten en zuidoosten van deze structuur werden in deze verstoorde zone ook jongere sporen (2de helft 20ste eeuw) aangetroffen. Ten slotte werd nog een grachtsegment aangetroffen die gezien de oriëntatie en diepte oorspronkelijk aansloot bij de bestaande gracht rond de pastorie aan de noordgrens. Deze gracht kan niet gedateerd worden door vondstmateriaal of op basis van historische kaarten. Wel bleek uit de luchtfoto uit 1944 dat deze gracht toen nog aanwezig was.