Toevalsvondst van de bodem van een uitwateringssluis, gebouwd tussen 1846 en 1851 (ten tijde van de inpoldering van de Prosperpolder).
De kern met sluisgang en sluisvloer bleven bewaard. De sluisvloer van deze sluis zou te diep gelegen hebben met problemen voor verzanding waardoor de structuur is vervangen door een parallelle sluis ca. 15 tot 20m meer zuidoostelijk. Op hun beurt is deze sluis gesupprimeerd bij de ontpolderingswerken van 2021-2022. De restanten van deze aangetroffen oudere structuur zijn gelegen in de geul die de Schelde verbindt met de herwonnen voormalige Prosperpolder. Door het dagelijkse getij dat door de oude polder snijdt in deze zone kwam de sluisbodem bloot te liggen.
Auteurs: Demerre, Ine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Langgerekte structuur van de bodem van een uitwateringssluis, gebouwd tussen 1846 en 1851.
De oudere kern met sluisgang en sluisvloer bleven bewaard.
- houten onderbouw
- baksteen en arduin
- Ter hoogte van de verdwenen sluisdeuren zijn in de natuursteen aan beide zijden uitsparingen met massieve metalen 'taatspotten' (waarin de vroegere sluisdeuren vervat zaten). Deze metalen elementen zijn uitzonderlijk goed bewaard zonder corrosie of afslijting).