Gezien er tijdens het landschappelijk booronderzoek duidelijke sporen van verstoring in de top van de bodem werden waargenomen, die overigens relatief diep reiken in het projectgebied tot ca. 45-60 cm, wordt de kans op het aantreffen van gaaf bewaarde steentijd vondstenconcentraties laag ingeschat.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn geen archeologisch relevante grondsporen opgetekend. Er is geen sprake van archeologisch relevante inzichten afgeleid uit spoorrelaties of -associaties. Aangetroffen grondsporen zijn uitsluitend gerelateerd aan de voormalige bebouwing op het perceel.
Voorts wordt het archeologisch vlak gekenmerkt door een overvloedige hoeveelheid natuurlijke fenomenen ten gevolge van diepe beworteling en de littekens van verwijderde of omgevallen begroeiing. Dit is geen verrassing gegeven de aanwezigheid van bebossing op het terrein sinds 1846.