is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12950
Deze aanduiding is geldig sinds
Binnen het plangebied werd naar aanleiding van een omgevingsvergunning voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel, herprofilering van de grachten, inrichting van een werfzone en een terrein voor grondverbetering een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.
Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw werd eerst een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd. Het terrein werd onderzocht door middel van 17 landschappelijke boringen. Op basis van de resultaten van het landschappelijk bodemonderzoek, bleek de kans op het aantreffen van nog goed bewaarde steentijd sites laag. Vervolgens werd overgegaan tot de uitvoering van een proefsleuvenonderzoek. Tijdens het onderzoek werden 4 archeologisch relevante sporen geregistreerd. Het gaat om twee kuilen, een gracht en een greppel. Daarnaast werden ook verstoringen en natuurlijke sporen aangetroffen. Eén van de twee kuilen is een houtskoolrijke kuil, waarvan enkel de onderste centimeters bewaard zijn. In dit spoor werden onder meer scherven aardewerk behorend tot een kook- of voorraadpot in gedraaid vroeggrijs aardewerk aangetroffen. Op basis van de aanwezige vondsten werd de kuil in de vroege tot volle middeleeuwen gedateerd. De andere kuil kon niet gedateerd worden. Verder werd ook een gracht aangetroffen die geïnterpreteerd kan worden als erfafsluiting uit de 19de eeuw en een kleine greppel die wegens het ontbreken van dateerbaar vondstmateriaal niet kon gedateerd worden.
Auteurs: Hertoghs, Sarah
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)