Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd een archeologische site aangetroffen. De sporen bestaan uit greppels, paalkuilen en kuilen. Op basis van de vondsten kunnen de sporen aan 2 periodes worden toegeschreven: de ijzertijd en de volle en late middeleeuwen. De sporen uit beide periodes strekken zich uit over quasi het volledige terrein. In het westen neemt de spoordensiteit af. Duidelijke afbakeningen werden nog niet vastgesteld.
In het noorden werd een spieker vastgesteld. Gezien de vage aflijning is deze mogelijk in de ijzertijd te dateren. De sporen uit deze periode lijken tot een nederzetting te behoren.
Sporen uit de middeleeuwen tekenen zich scherper af. Twee afvalkuilen bevatten veel vondstmateriaal en sporen van in situ verbranding.
Auteurs: Zeebroek, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Het aardewerk werd in de sporen en bij aanleg van het vlak aangetroffen. Het betreft handgevormd, gefragmenteerd aardewerk.
Beschrijving:
In enkele kuilen werd naast verbrande leem ook aardewerk aangetroffen bij de aanleg. het betreft Maaslands aardewerk, rood en grijsbakkend aardewerk met gebruikssporen.