Het verkennend booronderzoek heeft gewezen op een goede preservatie van de bodemopbouw. Er werden verschillende potentiële archeologische indicatoren aangetroffen zoals fragmenten aardewerk, houtskool en (onverbrand) dierlijk bot. Alle bovenstaande factoren wijzen op een zeer lage verwachting voor de aanwezigheid van een steentijdsite.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden drie archeologisch relevante sporen aangetroffen. De sporen betreffen een omgrachting met aan de binnenzijde een paalspoor en een opgevulde depressie, die allen vermoedelijk tot de Romeinse periode gedateerd kunnen worden. Zo bleek uit het eerdere bureauonderzoek dat op slechts een 100m ten oosten, noordoosten van het projectgebied reeds verscheidene vondsten gedaan werden, die rond die locatie een Romeins villadomein doen vermoeden. Bijgevolg kan de hypothese ondersteund worden dat de aangetroffen sporen in verband staan met dit potentieel villadomein. Mogelijk kan de gracht gezien worden als de buitenste grens hiervan.