De landschappelijke boringen tonen aan dat binnen het plangebied matig droge zandbodems met ApC profielen voorkomen. Er werden geen indicaties aangetroffen voor een mogelijke in situ bewaring van steentijd artefactensites. Gezien wel een gunstig bewaarde C-horizont werd aangeboord, diende wel nog een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 2 recente archeologische sporen aangetroffen. De sporen concentreren zich eerder centraal westelijk op het terrein. Het sporenbestand bestaat uit 2 kuilen die op basis van het vondstmateriaal gedateerd kunnen worden in de nieuwste tijd (20ste eeuw). Het betreft geïsoleerde sporen die geen deel uitmaken van een groter geheel. Andere archeologische sporen werden niet waargenomen.
In kuil S1 werd een dump van bewust onklaar gemaakte Britse .303 patronen aangetroffen, allen met de datum 1943. In kuil S2 werd een recente porseleinen stekker aangetroffen.
Gezien de afwezigheid van een archeologische site is de maximale kenniswinst van het terrein bereikt.
Auteurs: Acke, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba