Tijdens het onderzoek zijn in totaal 2603 spoornummers uitgedeeld aan bodem[1]lagen, grondsporen (zowel van antropogene als natuurlijke aard), funderingsresten en muurwerk. De spoordichtheid is niet hoog; de sporen concentreren zich vooral in de randzone van het villadomein, met de nadruk op de zone rondom het hoofdgebouw en de zone rondom het stenen gebouw in werkput 34. Het centrale deel van het terrein is betrekkelijk leeg; hier zijn voornamelijk greppels van mogelijk variabele ouderdom en sporen van natuurlijke aard aangetroffen. Duidelijk is wel dat er een scheiding bestaat tussen het zogenaamde pars urbana, ofwel pars domestica (het deel van het villadomein dat een woonfunctie had en waar de meer luxere gebouwen stonden, waaronder het hoofdgebouw) en het pars rustica (het bedrijfsgedeelte van het villadomein, waar de functie van het terrein als boerenbedrijf meer zichtbaar wordt). De pars urbana bestaat uit een drietal gebouwen met steenfundering (waarbinnen meerdere gebouwplattegronden zijn herkend) en is afgebakend middels een palissade. De zone die buiten de palissade gelegen is (inclusief de gebouwen die de palissade deels doorsnijden), wordt gerekend tot de pars rustica; deze bestaat uit acht gebouwen. Ook zijn nog zes greppelstructuren, vijf waterputten, een beerput en enkele andere vermeldenswaardige sporen aangetroffen.

Daarnaast zijn er ook nog vondsten uit natuursteen, aardewerk, metaal, dierlijk botmateriaal en biologische vondsten.