is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 17078
Deze aanduiding is geldig sinds
Er werden tijdens het landschappelijk bodemonderzoek geen indicatoren waargenomen waardoor aangenomen kan worden dat er een intacte artefactensite kan verwacht worden. De bodem binnen het plangebied is hoofdzakelijk opgebouwd uit een dun tot dik antropogeen pakket (Ap/bouwvoor) dat rust op de moederbodem. In de helft van de waargenomen profielen wordt er onder de Ap of bouwvoor nog een overgangshorizont of verstoorde laag waargenomen. De moederbodem is opgebouwd uit eolische afzettingen van het Laat-Pleistoceen/Vroeg-Holoceen.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in de centrale zone enkele paalsporen aangetroffen. Voor een aanzienlijk deel van deze sleuven kon echter een vlak worden vastgesteld met een grote mate aan natuurlijke verstoring. Het is niet duidelijk of de vier paalsporen aangetroffen in de centrale zone een geïsoleerd geval zijn, of dat er ooit een site aanwezig was die nadien door natuurlijke verstoringen verstoord werd. Er werd in geen van deze sporen vondstmateriaal aangetroffen. Er is niet met zekerheid vast te stellen of de sporen gelijktijdig zijn, en in welke periode ze dateren.
In de zuidwestelijke zone werden voornamelijk greppels een paalsporen aangetroffen. De paalsporen kunnen vermoedelijk aan de greppels gerelateerd worden. Er werd geen vondstmateriaal aangetroffen in deze zone. De greppels kunnen echter wel via historisch kaartmateriaal worden gedateerd in de 19e eeuw.
De noordoostelijke zone werd vervuild aangetroffen. Om veiligheidsredenen werd deze zone niet verder onderzocht.
Het proefsleuvenonderzoek wijst er niet op dat er zich een archeologische site bevind in het plangebied.
Auteurs: Vennekens, Wouter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)