Uit het landschappelijk bodemonderzoek bleek dat nergens een voldoende intacte paleobodem (minstens een E-horizont) bewaard is gebleven. Hierdoor is de kans op het aantreffen van prehistorische artefactensites klein.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek bleek dat het plangebied enkele archeologisch relevante sporen bevatte. Het gaat om een fundering, twee kuilen en verschillende karrensporen. De bewaringtoestand van de fundering en de kuilen is goed. De verschillende karrensporen zijn slechts fragmentarisch bewaard. Dit kan betekenen dat de bewaring van de sporen op deze locaties slechter is of de weg is slechts sporadisch gebruikt. Er kon een enkele structuur worden herkend het gaat om funderingen van een klein (bij)gebouw uit de 20e eeuw. De karrensporen kunnen gedateerd worden aan wegenis die op het plangebied zichtbaar zijn op de Atlas der Buurtwegen en later kaartmateriaal. De twee kuilen kunnen niet met zekerheid gedateerd worden.
De sporen worden gezien als sporen met weinig kennispotentieel. Een archeologisch waardevolle site werd dus niet aangetroffen.