omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15380
Deze aanduiding is geldig sinds
omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15538
Deze aanduiding is geldig sinds
Een 14-tal sporen kunnen vermoedelijk geïnterpreteerd worden als paalkuilen. Deze paalkuilen werden voornamelijk aangesneden in werkput 1, ter hoogte van kijkvenster KV1. Vooralsnog is er geen structuur in te herkennen. Vier paalkuilen komen per twee voor.
Ter hoogte van werkput 7 werd een structuur herkend. Hier werd wellicht een 6-palige spieker aangesneden. Dwars over het terrein loopt van zuid naar noord een perceelsgreppel (S7, 11, 26 & 27). Deze komt overeen met de huidige perceelsindeling en deze die is aangegeven op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840). Naar het noordoosten toe werd eveneens een perceelsgreppel aangetroffen (S42) met een gelijkaardige donkergrijze inhoud. Deze perceelsgreppel komt eveneens overeen met een perceelsindeling op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840). In greppel S26 werd een rand in geglazuurd roodbakkend aardewerk teruggevonden dat in de late/post-middeleeuwse periode geplaatst kan worden. In werkputten 5 en 6 werd nog een perceelsgreppels aangesneden (sporen S31 en 34) die zowat parallel lopen met perceelsgreppel S7/11/26/27. De greppels hebben hier eenzelfde inhoud als de dikke Ap-horizont en zijn wellicht post-middeleeuws. Zeker zes, mogelijk zeven, sporen kunnen geïnterpreteerd worden als grafcirkels (S28, 29, 30, 35, 36, 44 en S41?). De relatief kleine diameter (3 tot 5 meter) doet vermoeden dat het om grafmonumenten gaat die in de ijzertijd te dateren zijn. Dateerbaar materiaal werd er niet teruggevonden in de greppels. Ook begravingen werden niet aangetroffen, noch binnen de grafcirkels, noch daarbuiten. Het is echter niet uit te sluiten dat er losse vlakgraven voorkomen binnen het onderzoeksgebied. Vier sporen kunnen vooralsnog niet verder gedetermineerd worden als ‘kuil’. De betekenis en functie hiervan is onduidelijk. Spoor S12 is een klein rechthoekig spoor met een donkergrijze inhoud. In dit kuiltje werden zeven handgevormde scherven teruggevonden die in de ijzertijd gesitueerd kunnen worden. Spoor S33 werd aangesneden in de oostelijke zone van werkput 6. Het betreft een groot onregelmatig spoor met een donkergrijze inhoud. In de vulling van het spoor komt dierlijk bot voor.
Auteurs: Bouckaert, Kevin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Indar