De afbakening van het onderzoeksterrein voor de vervolgonderzoeken werd in de archeologienota bepaald aan de hand van de impact en de locatie van de geplande werken. Omwille van het niet verder adviseren van het wegtracé zijn er zo drie aparte advieszones voor verder onderzoek geselecteerd. In Advieszone 1 werd een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd en werd een intacte bodemopbouw geregistreerd, waardoor er ook verkennende archeologische boringen werden geadviseerd. Deze leverden geen verder resultaat op.
In Advieszone 2 werd een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd. In deze zone zal de bodem opgehoogd worden. De archeologische niveaus die aanvangen op een diepte vanaf 25 cm onder het maaiveld zullen hierbij niet bedreigd worden. Eventuele archeologische resten blijven in situ behouden.
In Advieszone 3 werden onmiddellijk proefsleuven en -putten uitgevoerd. Het bureauonderzoek schetste op basis van historische kaarten de verwachting voor de aanwezigheid van een poel. Het onderzoek heeft het vermoeden kunnen bevestigen en toont aan dat er inderdaad archeologische waarden binnen het terrein aanwezig zijn. In de eerste plaats werd de poel die reeds aangegeven stond op de historische kaarten, aangetroffen. De laatste gebruiks- en dempingsfase kunnen in de 19de eeuw gedateerd worden. Daarnaast zijn nog een twintigtal kuilen uit dezelfde periode waargenomen.
Auteurs: Delistavros, Jane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)