Op basis van het bureauonderzoek en landschappelijk bodemonderzoek werd gesteld dat binnen het oostelijke deel van het plangebied eventueel archeologische sporen uit de middeleeuwen of jongere periodes zouden kunnen voorkomen. Bodemkundig werd tijdens het landschappelijk
bodemonderzoek aangetoond dat binnen het plangebied een opgevulde getijdengeul aanwezig was die eventueel aanwezige oudere sporen uitgewist zou hebben. Deze vaststellingen werden bevestigd tijdens het proefsleuvenonderzoek. Er werden geen archeologische sporen aangetroffen.
Auteurs: Delistavros, Jane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)