Voor restauratie van de brug werd de draagstructuur vervangen, waarvoor de kolommen en de overspanning verwijderd werden en de vijver plaatselijk werd droog gelegd. Daarbij bleken onder de gietijzeren kolommen stenen funderingen aanwezig in de bodem van de vijver. Deze waren nog niet gekend en moesten plaats maken voor nieuwe stevigere funderingen. Ze werden als toevalsvondst gemeld en bij een plaatsbezoek op 11 september 2023 gedocumenteerd: inmeten en fotograferen van beide funderingen, en manueel opschonen van de westelijke fundering.
Er werden twee identieke en parallelle bakstenen funderingsmuren aangetroffen, ongeveer 11,5 m lang (ongeveer gelijk aan de breedte van de bruggenhoofden) en 1,5 m breed. Ze bevonden zich op gelijke afstand van de twee bruggenhoofden. Elke funderingsmuur bevatte op regelmatige afstand vier arduinen sokkels. Deze hadden een vierkant bovenvlak van 89 x 89 cm en zijn ongeveer 30 cm dik. Ze waren grotendeels in de bakstenen funderingsmuren ingewerkt en staken slechts enkele centimeters boven het bovenvlak van de baksteenconstructie uit.
Op deze sokkels waren de gietijzeren kolommen van de draagstructuur van de brug bevestigd. Het bovenvlak van elke arduinen sokkel was zorgvuldig afgewerkt met frijnslag en vertoont vier gaten voor de bevestiging van ijzeren bouten, met gietgootjes voor lood om de bouten te fixeren. In een deel van de gaten waren de ijzeren bouten en het lood nog aanwezig. Rond de gaten en bouten vertoonde het bovenvlak van de sokkels een vierkant roestspoor van de gietijzeren koppelplaat van de kolommen.
Het bovenvlak en de zijkanten van de bakstenen waren afgewerkt met een laagje pleister of mortel, maar dit was slechts op sommige plaatsen bewaard. Op de arduinen sokkels waren geen sporen van pleister of mortel aanwezig. De funderingsmuren bevonden zich in de bodem van de vijver. Alleen het bovenvlak was zichtbaar boven het sediment.
De funderingen behoren duidelijk tot de in 1896 gebouwde brug.
Auteurs: Van Gils, Marijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)