is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15715
Deze aanduiding is geldig sinds
In totaal kon een oppervlakte van ca. 3050 m2 archeologisch worden onderzocht.
Op basis van de vondst van vier fragmenten Romeins aardewerk en twee vermoedelijk Romeinse sporen, kunnen we concluderen dat er in de nabijheid een Romeinse occupatie was. Ook de vele - mogelijk gerecycleerde -dakpanfragmenten in verschillende volmiddeleeuwse sporen kunnen hier op wijzen. Anderzijds werden deze vormen geproduceerd tot in de volle middeleeuwen.
Een eerste duidelijke occupatie op het onderzoeksgebied dateert rond de 8ste – tot midden 10de eeuw. Hierbij konden geen duidelijke structuren herkend worden maar wel twee clusters paalkuilen van eventuele (bij)gebouwen. Opvallend was de vondst van negen hutkommen, geïnterpreteerd als ambachtslocatie voor graan of textiel. Mogelijk gaat het hier om een communale ambachtsplek waar diverse individuele boeren samen aan productie deden.
De nadruk van de site lag echter op de periode tussen de 10de eeuw en het midden 12de eeuw. Drie grote clusters van paalkuilen werden geïnterpreteerd als een spieker van 3,5 op 3,5 m (S1) en twee bijgebouwen (B1 en B2) van ca. 5 op 10 m waarvan er één was gelegen langs de spieker en één 50 m noordelijker. Nabij de spieker en het bijgebouw werd ook een kringgreppel aangetroffen met een diameter van ca. 6 m die geïnterpreteerd wordt als een hooi- of graanmijt. Verder werden er ook verschillende kuilen en lagen aangetroffen waarvan sommige fragmenten bevatten van een maal- of molenstenen. Vermoedelijk hebben we dan ook opnieuw met een artisanale zone te maken voor de verwerking en opslag van graan in de nabijheid van een erf of nederzetting.
Verschillende verbrande leembrokken lijken dan weer eerder te wijzen op een geruimde brandfase van één van de (bij)gebouwen uit deze periode. Mogelijk kan een verband gelegd worden met de oudste verdwenen molen van Muizen. Deze werd in ieder geval gebouwd voor 1323, maar de locatie werd nooit teruggevonden.Of het om een continue occupatie gaat, aansluitend aan de vorige periode blijft onduidelijk. In tijd lijkt het einde van deze occupatie zich wel duidelijk te begrenzen tot aan de eerste helft 12de eeuw. De sporen werden alle afgedekt door een middeleeuwse puinlaag en/of geërodeerde bewoningslaag die het materiaal bevat van de onderliggende site.
De laatste occupatie van de site dateert uit de 13de eeuw en bevat opnieuw erg weinig sporen. Opvallend was vooral een gelaagd pakket waarvan één gestorte laag met zeer veel brandafval. In de hierna volgende periode werd het onderzoeksgebied enkel als landbouwgrond gebruikt dat steeds erg onderhevig was aan erosie en afzettingen van colluvium.
De eigenlijke bewoningskern van elke occupatiefase van de site werd nooit aangetroffen, maar bevond zich mogelijk meer zuidelijk, ter hoogte van het huidige centrum van Muizen.
Een diepgaandere vergelijking met gelijkaardige sites – bijvoorbeeld Rotselaar, Wijngaardstraat – kan mogelijk nog meer resultaten opleveren.
Tenslotte werden er ook nieuwe aanwijzingen gevonden die kunnen wijzen op de locatie van de oudste verdwenen molen van Muizen.
Auteurs: Reygel, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba