Tijdens het verkennend booronderzoek werd 1 chip aangetroffen in boring 36. Rond deze positieve boring werden waarderende boringen uitgevoerd en 4 proefputten. Na het uitzeven van de stalen van de archeologisch booronderzoek als het proefputtenonderzoek werd duidelijk dat de interpretatie als Bt-horizont niet langer houdbaar is. De lithische artefacten die werden vastgesteld werden aangetroffen in niveaus waar ook recenter aardewerk uitkwam. Het Bt-horizont bleek geen Bt, maar een colluviumlaag. De proefsleuven leverden sporen en materiaal uit de Metaaltijden op.
Auteurs: Patrouille, Els
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Lithisch artefact n de vorm van een chip (6 x 10 mm). Er kan een ventrale zijde met een uitgesproken slagbult herkend worden. De dorsale zijde vertoont verschillende negatieven, waarvan één natuurlijk is. De grondstof betreft een fijnkorrelige grijsbruine vuursteen. De chip werd gevonden bij het uitzeven van de B-horizont uit boring 36.
Beschrijving:
Er werden 8 sporen uit de Metaaltijden aangetroffen. 7 ervan lagen geclusterd. De andere lag onder 2 lagen colluvium op 170 cm diep onder het maaiveld.