Het bureauonderzoek stelde een hoge archeologische verwachting voorop voor sporen die gerelateerd kunnen worden met de tweede stadsomwalling van Mechelen, het Keizershof, het Jezuïetenklooster, de ambachten rond de Heergracht en het gasthuis. Daarnaast was een meer gematigde verwachting voor oudere sporen aanwezig.
Het proefputtenonderzoek heeft uitgewezen dat in verschillende zones een dik pakket ophogingslagen aanwezig is die onmiddellijk op de moederbodem rusten. Hierin zijn kuilen uitgegraven. Nergens zijn bodemvormingsprocessen in de vorm van een E- en/of B-horizont aangetroffen. Verder zijn in verschillende werkputten structuren, zoals historische muren en vloeren, bewaard gebleven. Deze kunnen momenteel niet met zekerheid gedateerd worden of gelinkt worden aan het kaartmateriaal. Het betreft wel vooral resten vanaf de late middeleeuwen. Uit de perioden voorafgegaan aan de middeleeuwen zijn geen resten gevonden.
Vermoedelijk zijn de resten te relateren aan 17de- ,18de- of 19de-eeuwse bouwfasen of aan de oprichting van het Onze-Lieve-Vrouw gasthuis in de 19de eeuw. Ter hoogte van werkput 4 werd zoals verwacht de overwelfde Heergrachtvliet aangesneden. Met zekerheid kan niets gezegd worden over restanten van het Keizershof of Jezuïetenklooster. Noch kunnen uitspraken gedaan worden over de aan- of afwezigheid van middeleeuwse volders in het noorden van het terrein.