Het archeologisch onderzoek aan de Sint-Katelijnestraat 38-40 situeerde zich onmiddellijk ter hoogte van de zuidoostelijke oever van een natuurlijke waterloop die later werd gekanaliseerd. De waterloop werd vanaf 1235 als Melaan vermeld in de historische bronnen.
Omwille van de beperkte geplande ingreep in de zones 1-2 konden de aangetroffen structuren slechts deels onderzocht worden. Deze structuren bestonden uit enkele resten van funderingsmuren en overwelfde kelderniveaus, die in verband konden gebracht worden met het voormalige 18de-eeuwse breedhuis 'Pen', dat afgebroken werd in 1979.
Het onderzoek in zone 3 toonde aan dat de natuurlijke waterloop aangewend werd voor het deponeren van huishoudelijk afval vanaf de late 13de eeuw. Wellicht kort daarna werd deze gedempt en vervolgens opgehoogd en genivelleerd. In eerste instantie bleek het terrein, of althans een gedeelte ervan, nog onbebouwd om in de loop van de 14de-15de eeuw in cultuur gebracht te worden.
Het aantreffen van een goed bewaarde ovenstructuur voor messing- of bronsbewerking toonde aan dat het areaal in een latere fase (16de-17de eeuw) ook nog voor artisanale activiteiten werd aangewend. De oven had een sleutelgatvorm met een rechthoekig stookkanaal opgebouwd uit kleine bakstenen. De ovenwand zelf bleek opgebouwd uit tegen elkaar geplaatste daktegels. Wellicht betrof het recuperatiemateriaal. Aan de buitenzijde was een leemlaag aangebracht in functie van thermische isolatie. De overgang naar de halfronde (verdwenen) koepel werd aangegeven door daktegels. Op de bodem van de oven bleef nog een gedeelte van de stookvloer in situ bewaard. Enkele fragmenten gesmolten koper/brons uit de opvulling van de oven wezen duidelijk op artisanale activiteiten.
Mechelen groeide door zijn gunstige geografische en economische positie tussen de 14de en de 18de eeuw dan ook uit tot een belangrijk centrum van brons- en koperindustrie. Zo bevonden zich in de 16de eeuw in de Sint-Katelijnestraat ook de werkplaatsen van de familie Waghevens, bijvoorbeeld het atelier van Medard Waghevens (ca. 1492-1557) nabij het huis 'de Gulden Cop' en de laatste telg van de familie, Jacob Waghevens (ca. 1500-1574) nabij 'de Gulden Roomer'. Het familiehuis, gekend als 'De prins van Parma', was eveneens gelegen in de Sint-Katelijnestraat (nr. 115).
Na de opgave van de ovenstructuur in de 16de-17de eeuw werd het terrein opnieuw opgehoogd en genivelleerd. Het werd vervolgens gebruikt voor het optrekken van een bakstenen constructie, volledig in overeenstemming met de grote bloeiperiode in de 16de en 17de eeuw van het bouwen van een reeks burgerhuizen en stadswoningen langs de Sint-Katelijnestraat.
In de 17de of 18de eeuw greep opnieuw een ingrijpende bouwcampagne plaats. De bestaande constructie werd afgebroken en/of aangepast en er kwam een ruime bakstenen constructie in de plaats. Van deze werd de vermoedelijke achtergevel en een poer aangetroffen. Op basis van de oriƫntatie en de positie van de structuren konden deze resten mogelijk ook vereenzelvigd worden met het in 1979 afgebroken 18de-eeuwse breedhuis 'Pen'.
In zone 4 werd slechts een gedeelte van een vloerniveau uit de 17de eeuw aangetroffen.
Auteurs: Coenaerts, Jan; Pype, Pedro
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV
Is deel van
Historische stadskern van Mechelen
Is deel van
Woning Pen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Katelijnestraat 38-40 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/989320 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.