Naar aanleiding van het uitgraven van funderingsputten in de tiendenschuur en de aanleg van nieuwe riolering aan de hoeve, werd een reeks kleine putten en sleufjes opgegraven. Dit werd aangevuld met opgraving van een aantal putten in functie van een stabiliteitsonderzoek waarbij de aard en diepte van de funderingen werd onderzocht.
Zoals verwacht werden bijna uitsluitend (divers opgebouwde) funderingen aangetroffen. Hierbij werd mogelijk een deel van de oudere westgevel van de tiendenschuur aangetroffen. De huidige west- en oostmuur zijn dieper gefundeerd dan de noord- en zuidmuur. Mogelijk bevinden de dieper gefundeerde muren zich ter hoogte van oudere grachten. Ten westen van de tiendenschuur was alleszins in een stratigrafisch oudere gracht gezet. Enkel ten oosten van de tiendenschuur werden andere sporen aangetroffen. Mogelijk betreft het een beerput, maar door de kleine omvang van de put kan hier verder geen uitspraak over worden gedaan. Er werden geen vondsten aangetroffen.
De rioleringswerken werden uiteindelijk niet uitgevoerd, waardoor alle muurresten in situ bewaard bleven.