Tijdens het proefsleuvenonderzoek binnen de onderzochte zone, werden 5 spoornummers uitgedeeld. Deze vijf spoornummers zijn allen terug te brengen op vijf recente afwateringsgreppels. Drie van de vijf greppels kennen een noordoost – zuidwest oriëntatie. De overige twee greppels kennen een eerder noordwest – zuidoost oriëntatie. Beide greppels zijn verbonden met greppel S 3. Op basis van de vulling en het aangetroffen aardewerk, kunnen de vijf greppels allen in de recentere periodes (Nieuwe- en/of Nieuwste Tijd) worden gedateerd. Verder werden geen archeologisch relevante sporen aangetroffen.
Auteurs: Pepermans, Jeska
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Indar