Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 3 archeologische sporen aangetroffen, meer bepaald een erfgreppel en twee paalkuilen uit de volle middeleeuwen. Het vondstensemble lijkt homogeen te zijn en geeft een datering rond de 12de/13de eeuw n.C. De sporen situeren zich in het zuidwestelijke deel van het plangebied. In het uiterste zuiden werd ook nog een bakstenen waterput met ruime insteek teruggevonden. De exacte ouderdom is niet gekend, maar mogelijk gaat deze terug tot de 19de eeuw.
Bron: ACKE B., BRACKE M. & WYNS G. 2023: Nota Beernem Diksmuidse Boterweg, A&B archeologierapporten, Moerbeke-Waas.
Auteurs: Wyns, Gwendy; Depaepe, Ine; Bracke, Maarten; Acke, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In het uiterste zuiden werd ook nog een bakstenen waterput met ruime insteek teruggevonden. De exacte ouderdom is niet gekend, maar mogelijk gaat deze terug tot de 19de eeuw.
Beschrijving:
Het betreft een erfgreppel van ca. 50 cm breed. De greppel werd waargenomen in de westelijke helft van het plangebied en heeft daar een NO-ZW oriƫntatie, iets verderop draait de greppel haaks af naar het zuidoosten. Opmerkelijk is de vulling van de greppel met brokken verbrande leem in de laatste dempingsfase. Mogelijk wijst dit op een brand en opgave van het woonerf. Bij het opschaven werden twee scherven grijs aardewerk ingezameld van een pan (rand) en kogelpot (lensvormige bodem), wat een datering geeft in de volle middeleeuwen.
Beschrijving:
Binnen de erfbegrenzing situeren zich twee kuilen. Het kleinste spoor betreft een cirkelvormig spoor van ca. 65 cm diameter. De vulling is heterogeen donkergrijs zand met verbrande leembrokken en houtskool. Het andere spoor bevindt zich vlakbij en betreft een rechthoekig spoor van ca. 120 op 50 cm. Ook hier bestaat de vulling uit heterogeen donkergrijs zand met verbrande leembrokken en houtskool. Bij het opschaven werd een bodemfragment van een lensvormige kogelpot ingezameld.