Het proefsleuvenonderzoek heeft een goed bewaarde vindplaats opgeleverd, die zich uitstrekt over het volledige plangebied. In het oostelijk deel is nog een begraven bodem aanwezig, waarvan de A-horizont ook gezien kan worden als vondstniveau. De vondsten uit deze laag dateren voornamelijk uit de metaaltijden, maar ook oudere perioden zijn niet uit te sluiten.
Binnen het onderzoeksgebied is er sprake van intensieve bewoning in het verleden, daterend uit de metaaltijden en middeleeuwen, en ook de Romeinse periode is vermoedelijk aanwezig. De sporen van bewoning concentreren zich voornamelijk in het centrale en westelijke deel. Centraal lijken voornamelijk sporen uit de metaaltijden aanwezig, waaronder een gebouwplattegrond met wandgreppel. Iets westelijker, en daarmee iets hoger gelegen, zijn de sporen uit de middeleeuwen en mogelijk Romeinse periode opgetekend, al overlappen deze met de sporen uit de metaaltijden. Het gaat vrijwel zonder uitzondering om sporen van bewoning en erfinrichting.
Auteurs: Hazen, Peter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba