Het manueel uitbreken van de bestaande vloeren en het manueel afgraven tot de benodigde diepte werd archeologisch begeleid. Onder het bestaande vloerniveau bevond zich een zandige ophooglaag van antropogene oorsprong met inclusies van puinbrokken (baksteen en mortel). Er werden in deze laag geen sporen of structuren aangetroffen. Er werd geen relevant archeologisch niveau waargenomen. Het vlak werd aangelegd op het uitgravingsniveau nodig voor de nieuwe vloer, op 29 cm onder het bestaande vloerniveau.

De verwachte oudere bouwfasen van de abdij van Beaulieu werden niet aangesneden tijdens het onderzoek. Mogelijk zijn deze nog wel op een dieper niveau bewaard. Indien er zich nog oudere bouwfasen (sporen en structuren) en/of archeologisch relevante niveaus aanwezig zijn, werden ze niet verstoord door de geplande werkzaamheden.