Tijdens de opgraving aan de prelatuur en de zuidoostvleugel van het klooster van abdij Park werden enkele interessante vaststellingen gedaan. In de aangetroffen muren en structuren onder de huidige terraszonde voor de prelatuur kan namelijk een fasering worden vastgesteld. In deze terraszone werd een wellicht oudere terrasmuur aangetroffen achter de huidige terrasmuur. De resten van een bakstenen kelder aan de oostzijde van de terraszone en deels onder de trap aan de oostelijke zijkant van de prelatuur en een oudere trapfundering onder de huidige trap in het midden van het terras zijn mogelijk gelijktijdig aan deze stratigrafisch oudere terrasmuur. Drie N-Z- georiënteerde bakstenen muren en een bakstenen goot zijn mogelijk ouder. Eén muur en en goot werden allicht deels weggebroken bij de verankering van de terrasmuren en één muur is stratigrafisch onder de oudste trapfundering te situeren. Zowel op de gravure van Lucas Vorsterman uit 1669 als op de afbeelding van Harrewijn (na 1663) van de abdij staat een trap afgebeeld die gelijkenissen lijkt te vertonen met de stratigrafisch oudste aangetroffen trap centraal op het terras. Op de gravure van Sanderus (1726) lijkt reeds de huidige (gedemonteerd) trap afgebeeld te zijn. De vormgeving vertoont alleszins enige gelijkenis ermee.
Tijdens de opgraving werd een put zonder archeologische begeleiding gegraven aan de keuken boven het keldergewelf. Dit was te wijten aan een misverstand. In deze put bevond zich een N-Z-georiënteerde natuurstenen muur die in verband staat met de noordmuur van de keukenruimte. Onder deze muren bevond zich een bakstenen gewelf van de onderliggende kelder. De hoop grond dat uit de put kwam werd volledig uitgezeefd. Hieruit kwamen vondsten zoals keramiek, bouwkeramiek, dierlijk bot, glas en metaal die een algemene datering hebben in de 15de eeuw.
In de overige onderzochte ruimtes werden resten van oudere haarden aangetroffen en resten van oudere vloeren. In de open ruimtes aan de prelatuur en de zuidoostvleugel werden bij aanleg van de sleuven enkele verspreide muurresten aangetroffen. Mogelijk werd onder de huidige toegang tot de erekoer een fragment van een oudere muur gevonden, in het verlengde van het uitspringend gedeelte van de zuidoostvleugel een fragment van een afsluitende muur naar de tuinen ten oosten ervan toe zoals weergegeven op cartografische bronnen en mogelijk twee beerputten net ten zuiden van de zuidoostvleugel van het klooster. In de kelders van de zuidoostvleugel werden voornamelijk veegputjes aangetroffen en één waterput.
Auteurs: Vander Ginst, Vanessa; Smeets, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie
Is deel van
Abdij van Park
Is deel van
Abdij van ‘t Park
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Zuidvleugel abdij Park [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/989590 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.