De oudste zichtbare aanwezigheid binnen het projectgebied manifesteert zich in de vorm van versmeten (zeer beperkte) 18de en 19de-eeuwse scherven. Deze bevinden zich in de vulling van 19dee- of vroeg-20ste-eeuwse vergravingen en ophogingen die overal aanwezig zijn binnen het projectgebied, en manifesteren zich tot op een diepte van 1,38 m onder het maaiveld (+4,38 m TAW). Naast de ophogingslagen en vergravingen werden verder sporen aangetroffen van een vloer, een aantal muurfragmenten en een kelder met trap. Deze kunnen alle geplaatst worden in de eerste helft van de 20ste eeuw en gelinkt worden aan de bouw van een kelder en afbraak van de bijgebouwen.
Door de beperkte ingrepen in de diepte (het betreft een werfbegeleiding) kan niets gezegd over de aanwezigheid van eventueel oudere fases of periodes.