Het landschappelijk bodemonderzoek weerlegt enige potentie voor het treffen van een steentijdartefactensite. Het proefsleuvenonderzoek in de eerste en tweede fase hebben uitgewezen dat er geen sporen van bewoning of begraving voorafgaand aan de nieuwste tijd zijn aangetroffen, noch in sporen, noch in vondsten. De sporen die zijn herkend betreffen over het algemeen verstoringen, recente greppels, recente kuilen en een paalkuil die op basis van de stratigrafische positie, inclusies, vorm en vulling in de nieuwste tijd kan geplaatst worden. In totaal is 2.925 m2 opengelegd. Er is voldoende oppervlakte onderzocht om conclusies te trekken in verband met het archeologisch potentieel van dit deel van het projectgebied.
Auteurs: Nachtergaele, Kenneth; Heirbaut, Elly
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: LARes bvba; Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)