Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn er in 7 proefsleuven 23 antropogene sporen en 11 natuurlijke sporen aangeduid in het vlak waarvan de meeste sporen gecoupeerd. De antropogene sporen langs de straatkanten, aan de noord- en westzijde, zijn overwegend 20ste en 21ste-eeuwse verstoringen. De moederbodem vertoont in het centrale en westelijke deel een lichte golving waarbij op de hoger gelegen plaatsen recente ploegsporen tot in de top reiken. De antropogene sporen in het centrale en westelijke deel van het terrein zijn gecoupeerd. Ze zijn niet gedateerd omdat ze geen materiaal bevatten. Er is weinig vondstenmateriaal aangetroffen. Op drie fragmenten roodbakkend aardewerk na die we niet nader kunnen dateren dan 1450-1900. Exemplaren met zowel rand als bodem zijn niet aangetroffen waardoor een verfijning in de datering niet mogelijk was. Een fragment grijsbakkend aardewerk, dat is aangetroffen in het profiel van een boomval, is van oudere datum, algemeen tussen 1250 en 1525, maar kan niet aan een context worden toegeschreven. Daarnaast zijn er enkele metaaldetectievondsten gedaan (enkele nagels en een niet-determineerbare ijzeren plaat) in het vlak waarvoor geen datering is vooropgesteld.
We besluiten dat op dit terrein enkel off site-sporen zijn aangetroffen. De bodem is echter recent verstoord in 20ste en 21ste eeuw, vooral de noordzijde is sterk geroerd. De antropogene greppels, die zich aftekenen in de zuidelijke en centrale zone, kunnen we niet dateren bij gebrek aan materiaal. Er zijn geen structuren en/of vondsten aangetroffen die we kunnen relateren aan archeologische sporensites waarbij een vervolgonderzoek zou leiden tot nuttige kenniswinst.
Auteurs: Roovers, Ilse
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Roovers, Ilse