Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 12 archeologische sporen geregistreerd. Het betreft voornamelijk segmenten van verschillende noord-zuid en oost-west georiƫnteerde grachten waarvan enkele verspreid over verschillende sleuven dezelfde spoornummer kregen. Daarnaast werd nog een poel en een grondspoor aangetroffen dat waarschijnlijk eerder een natuurlijke oorsprong kent. Op basis van de gelijkaardige vulling en aflijning zijn de aangetroffen sporen vrij gelijktijdig. Ze kunnen op basis van het vondstmateriaal ruim in de late middeleeuwen tot nieuwe tijd (15de-18de eeuw) gedateerd worden. Op de historische kaarten zijn deze niet aanwezig of niet gekarteerd, maar ze volgen evenwel de huidige perceelsindeling. De aanwezigheid van de grachten wijst erop dat het terrein vrij nat is/moet geweest zijn. Door de hoeveelheid kan besloten worden dat ze zowel een afwaterende als een begrenzende functie hebben.
Auteurs: Wyns, Gwendy
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba