Binnen het onderzoeksgebied werden een beperkt aantal antropogene sporen aangetroffen. Het betreft hier voornamelijk enkele puinkuilen, een brandplek, uitbraaksporen en een afwateringsgreppel. Omwille van het aangetroffen materiaal of hun beperkte diepte worden deze sporen voornamelijk in de nieuwste tijd gesitueerd. De andere sporen zijn te linken aan het rivierlandschap waarbinnen het plangebied zich bevindt. Mogelijk werd een oude geul of natuurlijke depressie opgevuld om het terrein te nivelleren. Buiten het onderzoeksgebied werd wel nog muurwerk teruggevonden in de bestaande waterloop. Op basis van locatie, omvang en cartografisch materiaal is het mogelijk dat het hier om de aanzet van een brug over de Demer gaat, die op de Atlas de Buurtwegen op deze plaats te situeren valt. Hierbij valt op dat de meeste aangetroffen sporen terug te leiden zijn tot de landschappelijke situatie van een riviervallei waarbij een microreliëf waargenomen kan worden en er op korte afstand lithologische verschillen optreden. De menselijke factor in dit landschap bestaat voornamelijk uit het ongedaan maken van de invloed van de rivier door deze recht te trekken, in te dijken, oude geulen of depressies op te vullen en het draineren van dergelijke natte riviergronden om ze economisch interessant te maken.